Marten Buschman
Hollands Anarchisme gespleten door Spanje
De Spaanse Burgeroorlog is en blijft een fascinerende gebeurtenis. Of eigenlijk gebeurtenissen. Want hoe je het ook bekijkt, de periode van 1936 tot en met 1939 heeft veel in zich: een Catalaanse Revolutie, een Spaanse Burgeroorlog en voorspel voor de Europese Fascistische Hegemonie van 1938 tot 1945.
Hoe deze gebeurtenissen neersloegen in de uiteenzettingen in de Nederlandse anarchistische beweging is het onderwerp van de onlangs (2009) door uitgeverij De Pook heruitgegeven scriptie van Elly Kloosterman. Deze scriptie dateert van 1979 en behalve enkele door de uitgever toegevoegde noten is er niets aan veranderd. Dat stoort in het geheel niet.
Kloosterman geeft een overzicht van het anarchisme in Nederland, speciaal de antimilitaristische tak en van de aanloop naar de Catalaanse Revolutie. Dat is allemaal bekend, we concentreren ons op de twee conclusies. Haar conclusie: "De Nederlandse anarchistische beweging, door de tand des tijds in de jaren '30 al ernstig aangevreten, heeft de Spaanse Burgeroorlog niet overleefd. (...) Franco kon onder zijn slachtoffers ook het Nederlandse anarchisme tellen." (p. 63). Die conclusie is gebaseerd op haar analyse van de twee richtingen binnen de anarchistische beweging, die tot 1936 bij elkaar in het IAMV (Internationaal Antimilitaristische Vereniging) waren en bleven: de pacifisten die elk geweld afwezen en zij die revolutionair geweld aanvaarden. In de praktijk voor 1936 was er weinig verschil van mening. Maar door de succesvolle gewelddadige en revolutionaire gebeurtenissen in Catalonië was geweldsaanvaarding ineens een belangrijk punt geworden. De beweging spleet daardoor.
Haar tweede conclusie is dat Nederlandse anarchisten doorhadden dat er ook een revolutie plaatsvond. In de bladen en pamfletten kwam dit verschijnsel uitgebreid aan de orde in tegenstelling tot de burgerlijke pers, die vooral aandacht besteedde aan de nationaal-politieke ontwikkelingen. Dat de revolutie gesaboteerd werd door de Communistische Partij op bevel van Stalin en dat revolutionairen achtervolgd en vermoord werden door diezelfde communisten, is onderbelicht gebleven in de Nederlandse anarchistische bladen. Anton Constandse was de uitzondering. En in Europa was er George Orwell, die met zijn Homage to Catalonia een analyse gaf van de mei-gebeurtenissen van 1937 (revolutie was voorbij) en van de misdadige rol van de Russische communisten. Lange tijd bleven zij de enigen.
Op die eerste conclusie valt echter wel wat af te dingen. Het is inderdaad zo dat het anarchisme van de jaren voor 1940 niet meer terugkomt ná 1945. Maar het is het ook waar dat het anarchisme in de jaren zestig met nieuw elan en op een andere wijze weer wortel schoot in Nederland.
Dat de Spaanse Burgeroorlog een voorspel is geweest van de strijd in Europa tussen democratie en dictatuur is pas achteraf te duiden en de anarchisten uit het interbellum niet aan te rekenen. Het is wel een belangrijk gegeven. Spanje kwam zeer verzwakt uit de burgeroorlog, deviezen (goudvoorraad) waren verscheept naar Rusland, de interne orde werd met harde hand aangebracht en Spanje was in de tweede wereldoorlog neutraal. Zonder burgeroorlog en anarchistische revolutie was de Spaanse dictatuur een Europese speler geweest in de jaren veertig.
Dat perspectief ontbreekt evenwel in deze boeiende studie
E. Kloosterman, De Nederlandse anarchisten en de Spaanse Burgeroorlog. Hoe de Nederlandse anarchistische beweging uiteenviel door de gewelddadige strijd in Spanje tussen 1936 en 1939. Amsterdam 2009. Te bestellen bij boekhandel Het Fort van Sjakoo.