Arno Bornebroek

Het geheime leven van Wim Treub


Ter gelegenheid van de honderdste geboortejaar van Wim Treub verscheen in 1958 Treub. Over de drempel der nieuwe samenleving geschreven door N.E.H. van Esveld. Een monumentaal werk over een van de belangrijkste politici uit het begin van de twintigste eeuw. Treub was de juiste man op het juiste moment toen de radicale democratische ideeën gestalte moesten krijgen. Als een wervelwind trok hij door de Amsterdamse gemeentepoli-tiek. Hij was verantwoordelijk voor de naasting van verschillende nutsbedrijven zoals het gas-, telefoon- en het vervoersbedrijf dat in gemeentelijke handen overging, hoewel hij daar later in zijn leven gedeeltelijk van terugkwam. Treub legde de basis voor een sociale gemeentepolitiek, waar bijna de gehele twintigste eeuw op voortgebouwd werd. En hij maakte een einde aan een jarenlange discussie over de nieuwbouw van de beurs door zijn vriend Berlage de opdracht te geven tot de bouw van diens befaamde beurs in Amsterdam.

In de landelijke politiek zien we dezelfde ambitieuze, ijdele en hardwerkende Treub terug. Ambtenaren waren niet snel genoeg voor hem, dus zette hij zich ’s avonds met een fles wijn, pen en papier aan het werk. Als de wijn op is, heeft hij wetten geschreven waar ze op het departement dagen over deden. Van tegenwerking hield hij niet; hij zocht de confrontaties op. Als het maar resultaat opleverde. Zo liet hij in 1914 koningin Wilhelmina al wetten contrasigneren nog voordat het parlement zich er over kon buigen. Maar dat was tijdens de Eerste Wereldoorlog toen de nood aan de man was. Het was voor de daadkrachtige Treub zijn finest hour. Samen met topindustriëlen en bankiers loodste Treub de Nederlandse economie door de moeilijke oorlogsjaren. Dat daarbij de grens tussen politiek en democratisch proces enerzijds en het bedrijfsleven anderzijds op bedenkelijke wijze vloeibaar werd, deerde Treub niet.

We lezen het allemaal terug in de recent verschenen nieuwe biografie van Slijkerman Enfant terrible. Behalve het feit dat Treub een buitenechtelijk kind was, voegt hij niets nieuws aan Esveld toe. Sterker: de hoofdstukindeling neemt hij getrouw over. Treub als privaat docent, als gemeenteraadslid, als wethouder, als hoogleraar, als kamerlid, etc., braaf wordt de chronologie gevolgd. Zelfs de suggestie dat Slijkerman een nieuw inzicht heeft wordt niet waar gemaakt. Slijkerman schrijft over de grote spoorwegstaking van 1903 op pagina 106: ‘Anders dan over het algemeen wordt aangenomen, heeft Treub bij de oplossing van dit grote conflict vanaf het begin een beslissende rol gespeeld’. Hoezo, anders dan algemeen aangenomen? Esveld schreef 58 jaar geleden op pagina 82: ‘Belangrijk is alleen, dat Treub bij de oplossing van het conflict van de aanvang af een beslissende rol gespeeld’. In zover het Treubs politieke en publieke leven betreft is deze biografie overbodig. Maar Slijkerman heeft een troef. In het antiquariaat van Van der Steur in Haarlem dook hij een uitgebreide privé-correspondentie van Treub op.

Dat Treub een notoire rokkenjager was, was algemeen bekend. Als minister kwam hij in 1916 in de problemen toen hij – getrouwd – in het openbaar verscheen met mevrouw De Boer. Het was een publiek geheim, zoals later ook bleek uit de publicatie van de dagboeken van de RK politicus Piet Aalberse en de bankier Karel van Aalst. Maar uit de ontdekte privé-correspondentie komt een onthutsend beeld van Treub naar voren dat haaks staat op wat Esveld in zijn biografie geeft. In 1897 gaf zijn eerste vrouw er de brui aan door Treubs overspel. Een jaar later hertrouwde Treub met een nichtje van zijn moederszijde, maar het overspel ging gewoon door. Hij kreeg toestemming van het bestuur van het Centraal Bureau voor Sociale Adviezen om in het kantoorpand een privékamer te huren, dat niet alleen voor werk gebruikt werd. Natuurlijk gaat zoiets een keer fout. In 1910 werd een buitenechtelijke dochter, Willy, geboren. In Parijs, dus dat kon Treub nog op veilig afstand houden. Enkele jaren later kwam mevrouw De Boer op het amoureuze pad van Treub. En wat Treub wilde, dat geschiedde. Hij deinsde er niet voor terug om meneer De Boer onder dak te brengen bij een bank in ruil voor echtscheiding. Toen dat mislukte, steunde hij de commissionair door hem effectenorders te geven. Ondertussen was zoon De Boer benoemd tot ambtenaar bij het bureau van de Industriële Eigendom en mevrouw De Boers schoonzus werd collectrice van de Staatsloterij te Delft. Onsmakelijk nepotisme. Het leidde tot een tweede scheiding voor Treub en tot zijn derde huwelijk.

Gedurende al die tijd onderhield Treub een geheime intieme correspondentie met Alice Fortanier, een dochter van een vriend. Als 15-jarige kreeg zij de eerste liefdesbrief van de 39 jaar oudere Treub, die zich zelf oom noemde en haar adresseerde met nichtje. Hoe serieus moet men de liefdesverklaringen en zoete woordjes aan dit meisjes nemen als hij in dezelfde tijd zijn tweede vrouw trachtte ‘los te kopen’ en huwde? Erg zuiver klinken de tonen niet in deze briefwisseling. Er zijn volgens Slijkerman geen aanwijzingen dat Treub zich schuldig maakte aan pedofilie. Het kwam tot een fysieke relatie nadat Alice al getrouwd was - Treub was getuige - en al twee kinderen had. We zien dan een bekend patroon terugkeren. Treub probeerde haar aan man aan werk te helpen, zoals hij ook probeerde haar minnaar – Alice bleek evenmin monogaam- verder te helpen, mits zij haar buitenechtelijk avontuur zou beëindigen. Noch morele motieven, noch een alternatief werkvoorzieningsprogramma lag hier aan ten grondslag. Treub was een onverbeterlijke egoïst, die in wezen niet om anderen gaf. En dat bleek. Terwijl Treubs derde echtgenoot de scheiding aanvroeg, draaide hij beide dames de rug toe en vervolgde zijn amoureuze pad met een baronesse.
Aan Treubs grote verdienste voor de Nederlandse samenleving en politiek doet dit alles niets af. Maar zijn zwak ontwikkelt moreel besef, egoïsme en nepotisme laten niet alleen een ander licht schijnen op de persoon, maar met terugwerkende kracht ook op zijn politiek handelen.    

D. Slijkerman Enfant terrible. Wim Treub (1858-1931) Amsterdam 2016