Gerard Brom

Charles Vergeer

Een bijtende geest


'Van Deyssel hoor je me? Voor jou heb ik het allemaal gezegd, voor jou man met dat diep geluid, waar zoo de lucht van gonsde en nog door (…) Maar ik ben dol op jou, verrukte vlieger van een vent! Gek op je, om te razen wilder dan een hond achter het rijwiel van z’n meester – nog voor ik je gelezen had misschien (…)’ 

Dat waren de studenten, de jeugd door Tachtig wakker geschud. De cultuurhistoricus Gerard Brom wordt wel de katholieke Huizinga genoemd. Het verschil zat zeker niet enkel in het geloof. Huizinga de bedachtzame en Brom de, zoals Kees Fens zei, bijtende geest. Wat heb ik daar van genoten, tot over de grenzen van de billijkheid. Al in zijn dissertatie kiest hij, onbesuisd bijna, voor Vondel drijvend in het wijwater. Hooft en Huygens in de modder. ‘Hooft was vóór alles meneer, met een blank velletje, dunne lippen, gladde pruik één handschoen aan en degen om.’ De grote geleerde Barleus ‘een onhollands stuk vlees’ die ‘dreef alvast in de wijn als het gezelschap ging varen.

De  Nijmeegse hoogleraar Gerard Brom werd vergeleken met Johan Huizinga. Ten onrechte Huizinga is een bezadigde geest, Brom onbesuisd. Dat is ook een voordeel. Huizinga schreef vaak stroef, Brom heeft een vlotte en vaardige pen. Zijn autobiografie, Een katholiek leven. Autobiografische aantekeningen (1987) was goed leesbaar en de vuistdikke biografie die nu verschenen is, kan ik alleen maar hogelijk bewonderen. Alleen al de vele archieven die ervoor werden onderzocht of de vele geschriften van Brom zelf of de omvangrijke correspondentie. Brom schreef brieven aan welgeteld 1440 correspondenten. De wijze waarop Paul Luykx de stof beheerst en vooral de wijze waarop hij daar greep op houdt, is zonder meer bewonderenswaardig. Speciaal vermeld ik nog de illustraties: vele foto’s om lang naar te turen. Met heimwee in je ogen. Want wat is dit allemaal voorbij. Gerard Brom was een voorman van de katholieke herleving en leefde van de jaren twintig tot eind jaren vijftig in een wereld en een stelligheid die schier onaantastbaar leek en die vanaf de jaren zestig als sneeuw voor de zon verdween.

Brom was eerst hoogleraar kunstgeschiedenis. Namen als Mondriaan of Picasso komen we bij hem niet tegen. Hij was idolaat van de late, katholiek geworden, Jan Toorop en van de neogotische kerken van Cuypers. Van Rembrandt hield hij vol dat diens ware achtergrond katholiek was. Menno ter Braak verwees Romantiek en katholicisme naar de prullenbak. Martinus Nijhoff sprak over ‘een onverkwikkelijk boek’ en over de ‘akelige wrok, de kwasi-wetenschappelijk rancune en die stille lach van iemand die zelf denkt dat hij het laatste lacht, omdat hij doof is.’ Kortom een ongenietbaar boek’. Dat is niet waar. Integendeel, van veel geschriften van Brom heb ik genoten en geleerd. Maar een objectieve geest was hij alles behalve. Hij was scherp en beledigend. Een bijtende geest, zoals Fens zei.

Na de oorlog werd de leerstoel verwisseld voor die van de letterkunde. Ook daar was de moderniteit ver te zoeken. Gerard van het Reve, Simon Vestdijk of Anna Blaman verdwenen achter katholieke schrijvers, zoals Marie Koenen. Vaak werd dat al te gortig. Zijn boek over Multatuli (1958) was, oordeelden sommigen, ‘met blinde haat geschreven’ (…) ‘om een stuk afbraak te plegen met een drilboor aangedreven door haat en afgunst.’ En ook zijn boek Nietzsche’s Antichrist (1946) werd met hoon overladen. Niet helemaal terecht. Brom opende de ogen voor het romantische karakter van het denken van Nietzsche. Maar de wijze waarop hij dat deed was velen al te gortig. Wees hij invloeden op het denken van Nietzsche aan, dan heette dat meteen ‘napraten’, En de ware leraar der wijsheid was natuurlijk, een tegenstelling die ook Multatuli voorgehouden werd, Jezus.

De studie van Luykx is een gedreven meesterwerk, maar, naar mijn oordeel, met haar 1006 bladzijden te veel eer voor deze figuur. Brom is geen Johan Huizinga of Pieter Geyl. Neem een hoofdstuk als dat over ‘Secretaris van de Unie van katholieke studenten verenigingen.’ Dat neemt maar liefst twintig bladzijden in beslag en daarmee is het onderwerp nog niet afgedaan. De biografie is een typisch Bromboek: vol. Vol informatie, bronnen, maar ook vol oordelen en veroordelingen. De wijze waarop het voornemen van Elsbeth Etty om een biografie van Annie Salomons te gaan schrijven, wordt neergesabeld, zou Brom met instemmend gebrom begroet hebben.

Naar aanleiding van: Paul Luykx, Heraut van de katholieke herleving. Gerard Brom 1882-1959. Nijmegen 2015.