Leonardus Franciscus Wilhelmus (Leo) Adriaenssen (1945-2012)

Kraker Leo is dood. Vrijdag 27 april werd hij door zijn familie en vrienden in Amsterdam op begraafplaats Vredehof begraven. Leo was een begrip in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt, ooit het hart van de kraakbeweging. Dat hij Nederlands studeerde aan de Universiteit van Amsterdam zullen niet velen geweten hebben. Dat hij in 2007 promoveerde op een historisch onderzoek Staatsvormend geweld was breder bekend. Het proefschrift deed namelijk nogal wat stof opwaaien. Leo concludeerde dat de Vader des Vaderlands geen bevrijdingsoorlog voerde in de 80-jarige oorlog, maar een misdadige oorlog. Genocide pleegde op de plattelandsbewoners in de omgeving van Den Bosch.

Dit tekende kraker Leo. Altijd betrokken bij de gewone man. Altijd strijdend voor de gewone man. Hij had een warm rood hart. Hij was aanhanger van de marxistisch-leninistische KEN en was kraker van het eerste uur. Hij schreef het prachtige boek Een dwarse buurt. Een herscheppingsverhaal van de Staatsliedenbuurt en de Frederik Hendrikbuurt 1971-1996 waarin in elke regel en elke foto zijn karakter als activist herkenbaar is. Daardoor werd het boek een uniek document dat verder gaat dan de geschiedenis van de kraakbeweging. Aan het einde proeft de lezer de teleurstelling dat in 1996 de kraakbeweging grotendeels ten einde is, maar kraker Leo niet, die vecht onverdroten voort: 'Er is hard gewerkt, fel gestreden en veel bereikt, maar het is nog lang geen tijd voor tevredenheid. Er moet nog veel worden gedaan en veel gedane zaken voldoen niet'.

Alleen die 'kutkanker', zoals Leo het noemde, kon hem stoppen. 'Hier wil ik wel sterven, misschien', waren de laatste woorden uit Een dwarse buurt. Hij is gelukkig de buurt niet uit gegaan. Een dwarse bewoner is zo in de Staatsliedenbuurt gebleven, de buurt waarmee hij zo vergroeid was. Zijn naasten hebben hem letterlijk begraven door zelf het graf dicht te gooien, daar hoefden geen anderen aan te pas te komen.

Zijn beste vriend Henk Kersting haalde de volgende herinneringen op:

"Voor mijn vriend Leo

Bijna veertig jaar was onze band.

Het begon in de Staatsliedenbuurt in 1973, jij woonde in de van Hogendorpstraat, ik in de van Beuningenstraat. Barbara kende je al, van de akties van het Instituut voor Neerlandistiek. Onze eerste ontmoeting staat mij nog levendig bij: je wilde zwarte haren en baard, je snel pratende stem, die met je hoofd altijd iets schuin gebogen, je enorme kennis etaleerde. Intellectueel was je en bleef je maar het volkje in de Staatsliedenbuurt vond je prachtig: gekke kroegbazen, buitenlanders, bejaarde gekken, en toen nog echte arbeiders.

Je gaf Nederlandse les aan half illegale vluchtelingen, onaangepasten, die met geweld tegen fascistische dictaturen hadden gevochten en daarom geen erkende A-status kregen. Jamy bijvoorbeeld een zwaar gemartelde ETA bommenlegger, en bovenal Walter, ex-Tupamaro, de stadsguerillabeweging van Uruguay, eveneens getraumatiseerd door folteringen. We gingen overal met ze naar toe: UWV, Arbeidsbureau, vreemdelingendienst, de kroeg, activistenfeestjes. Ze waren lastig en onaangepast, je had in eigen kring een heleboel uit te leggen: op feministische feestjes werd niet altijd direct begrepen als Walter plotseling zijn kroonjuwelen uit zijn broek haalde en ermee begon te zwaaien. De abrazos para siempre na ieder nachtelijk afscheid waren gemeend, want de band bleef. Middels jouw speurneuskwaliteiten vonden we Walter na jaren terug in Spanje, op het eiland Mallorca, onder erbarmelijke economische omstandigheden. Je vergat hem niet want hem liet je je schamele financiële erfenis na. Het waren de jaren zeventig, alles kon nog, en we waren erbij: verdediging van pensions voor buitenlandse arbeiders, Nieuwmarktrellen, de grote Rotterdamse havenstaking, en andere wilde stakingen in Amsterdam.

De lol hielden we er ook in: geen oeverloos geleuter over de juiste politieke lijn, nee gewoon met de stamgasten van café De Drie Anna’s; op vertoon van zelf gemaakte, valse tramkaarten, massaal zwart rijden in tramlijn 10. Slechts eenmaal in je activistische leven waren politie en justitie jou te slim af. Je werd gepakt nadat we iedere dag op weg naar Zandvoort om te gaan zwemmen, uit de tuinen van villa’s in Heemstede en omstreken, de verkiezingsborden van de VVD trokken. Voor de rechter hield je een prachtig pleidooi over psychisch politieke overmacht: komend uit de Staatsliedenbuurt met zijn deplorabele woontoestanden kon je niet anders handelen dan je deed, de provocatie van de VVD werd je te machtig. De politierechter beloonde je met vijftig gulden boete.

Op het persoonlijke vlak zette je de tering naar de nering. We hielden van lekker eten buiten de deur, dat werd nooit te duur, want weglopen zonder te betalen zat in de prijs. Zo leefden we voort: aktie, pret, vakanties, vriendschap met onze vrienden. Nooit hadden we ruzie , wel enkele politieke meningsverschillen - zo zag jij het stemlokaal slechts eenmaal in je leven van binnen, terwijl ik vaker ging, maar dat maakte niet uit. Aan elkaar hadden we aan een half woord genoeg. Als ik je opbelde en zei HAP?, betekende dat: zullen we vanavond ergens eten, en zo ja waar, en hoe laat spreken we af?
De tijden veranderden met komst van de jaren tachtig: de repressie werd harder, voor het eerst werden na de oorlog fascisten toegelaten tot onze volksvertegenwoordigingen op lokaal nivo. Ook daar gingen we tegen te keer, maar het was anders, het was redden wat er nog was. De Staat trok ook zijn grenzen in september in 1980: scherpschutters van de politie werden ingezet tegen woningzoekenden, dat was de doodklap. Terwijl ik de advocatuur bedreef, zet jij je in als woordvoerder van de kraakbeweging en illegale buitenlanders, maar  de hoop dat het morgen anders zou worden, was verdwenen, het enige dat overbleef, was, zoals jij wel eens treffend zei,  de WIL, en onze vriendschap.

Leo, ik zal je missen als vriend, als mijn beste vriend, als mens met wie ik de liefde deelde voor de dwarse, onaangepaste mens. Die mensen, in het groot en klein waren onze band.

Leo je blijft voor altijd in mijn hart

Henk, 27 april 2012."