De originele Spiekmanbank

Sjaak van der Velden

Het gezeul met een Rotterdamse held
Van Spiekmanbank tot monumentje


Soms zie je oude ansichtkaarten van plaatsen in andere steden en als je daar dan nu gaat kijken lijkt er niets veranderd in de tientallen jaren die zijn verstreken sinds de kaart is gemaakt. Dat zal je in Rotterdam niet gauw overkomen. Wie weet waar de beelden die nu langs de Westersingel staan allemaal vandaan komen? Of waar Erasmus vroeger stond? Nee, gevoel voor traditie kun je de Rotterdammers die bepalen waar de beelden staan niet bepaald verwijten. Het is waarschijnlijk te danken aan het feit dat zijn standbeeld zo groot is en in een uithoek staat, dat Nobelprijswinnaar Van ’t Hof nog op zijn oude plek te bewonderen is.

Natuurlijk is er altijd een goede reden om ongegeneerd met beelden te sleuren of bomen om te hakken. Het bombardement was een begrijpelijke en de ophoging van de dijken in het kader van de Deltawerken een goede tweede. Maar soms moet er zomaar heringericht worden. Vindt men althans. De nieuwlichters aan het roer vinden het dan vaak normaal om te doen alsof er geen leven in Rotterdam was voor zijzelf ten tonele verschenen. Alleen zo kan ik verklaren en begrijpen wat er allemaal is gebeurd met de vroegere Spiekmanbank in Spangen, een monument voor Hendrik Spiekman.

Een arme van geboort
Die allen gaven bracht:
Heeft hij ons toebehoord
En stierf voor ’t nageslacht


Deze woorden staan te lezen op de bronzen ster die het monument van Spiekman siert. En arm was Hendrik als kind zeker, deze zoon van een schoenmaker in Hoogezand. Toen pa Spiekman in 1884 overleed, liet hij een gezin achter waarvan de moeder alle moeite had om de eindjes aan elkaar te knopen. De kinderen moesten haar daarbij helpen en dat betekende: aan het werk. Dus ook Hendrik die nog pas tien jaar was, zocht een baas.

Opstandig
De armoede en het onrecht dat hij om zich heen zag, maakten Hendrik al vroeg opstandig. Dat moest toch allemaal anders kunnen? Hij sloot zich aan bij een vakbond en de socialistische partij want die beloofden dat een andere wereld mogelijk was. Als de mensen zich er maar voor wilden inzetten. Spiekman was bij zijn baas en in de beweging voor een betere wereld een harde werker. Daarnaast was hij praktisch ingesteld. Het ging hem erom de omstandigheden waarin veel mensen leefden te verbeteren. Hoe dat precies moest en of alles wel helemaal volgens het boekje ging, dat interesseerde hem minder. Hij was een pragmaticus. Deze hardwerkende pragmaticus was in 1894 een van de oprichters van de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP). Spiekman was toen pas 20 jaar oud maar had zijn sporen ruim verdiend.

In die jaren werden sociaaldemocraten in de pers en de kerken stevig ‘gedemoniseerd’, zouden we nu zeggen. Toen Spiekman op pad ging om ook in andere delen van het land mensen op te roepen zich bij de vakbeweging aan te sluiten, kwam hem dat daarom nog wel eens op een pak slaag te staan. Zeker in de zuidelijke provincies moest men toen nog niet veel hebben van mensen die de wereld wilden veranderen.

Uiteindelijk vestigde Hendrik Spiekman zich in 1896 in Rotterdam. Hij zou er nooit meer vertrekken. Ook al probeerde de partij hem te bewegen zich in Amsterdam te vestigen, waar het hoofdkantoor stond. Honderd jaar geleden was het niet veel anders dan nu. Als je wat betekende dan trokken allerlei krachten aan je om naar de hoofdstad te verhuizen. En wat te betekenen had Spiekman zeker. Maar hij gaf niet toe aan de lokroep van Amsterdam.

Letterzetter
Hendrik Spiekman verdiende aanvankelijk zijn brood als letterzetter. Later werd hij min of meer beroepspoliticus en vakbondsman. Hij werkte voor een bureau dat mensen met problemen adviseerde hoe ze de problemen met baas of huisbaas konden oplossen. Hij kwam in de gemeenteraad, de Provinciale Staten en uiteindelijk ook in de Tweede Kamer. In de Kamer nam hij het initiatief voor de Stuwadoorswet waardoor het gevaarlijke werk in de havens aan banden werd gelegd.

Hij deed onderzoek naar de woonomstandigheden in de arme buurten van de stad. Uit dat onderzoek bleek dat in Rotterdam mensen leefden onder onbeschrijfelijke omstandigheden. De publicatie van het onderzoek, eerst in de krant en toen in een boekje, zorgde ervoor dat het gemeentebestuur de ruimte gaf voor de bouw van moderne wijken. Wijken met voor die tijd moderne huizen, waar ook in de slaapkamer frisse lucht en daglicht konden toetreden. Ruim opgezet, met aandacht voor de buitenruimte. Een moderne arbeidersbuurt.

Spiekman zelf maakte dat niet meer mee, want in november 1917 overleed hij na een slepend ziekbed aan leukemie. Bij zijn uitvaart stonden duizenden en duizenden mensen langs de kant van de straten om hem een laatste eer te bewijzen. Een groot Rotterdammer was heengegaan. Hij werd begraven op Crooswijk, waar een gedenkteken is opgericht.

Al snel kwam het idee op dat er een permanent aandenken moest komen aan de man die zoveel heeft betekend voor de havenarbeiders en de volkshuisvesting in de stad die hij liefhad. Architect Berlage, ja die van de Burcht en de Beurs, ontwierp een kolossaal monument dat in Spangen zou komen, een van die moderne arbeiderswijken die hun bestaan mede aan Spiekman te danken hebben. In 1922 zorgden bouwvakkers in hun vrije uren voor de realisatie van het monument.

Daar stond het dan. Het lag in een parkje, mensen konden op de bankjes die ertegen aan stonden gaan zitten en het zou daar de eeuwen trotseren. De Spiekmanbank was een begrip.

Zo kun je ook met een monument omgaan

Plaquette
Ongeschonden kwam de Spiekmanbank door de eerste veertig jaar van zijn bestaan heen. Ze overleefde trots de oorlog. Maar wie dacht dat het er nadien nog heel lang zou blijven staan, rekende buiten de waard van de nieuwlichters. In 1965 werd de toegang tot de wijk heringericht. Spiekman moest het veld ruimen. Het enige dat overbleef was de bronzen plaquette. Nou, daar hadden ze wel een oplossing voor. Verwerkt in een paar blokken beton die verwezen naar een bank, verhuisde de plaat met de gedenkwaardige woorden naar het Marconiplein.

Dit was sommige mensen een doorn in het oog. Arie Kroon, een van de mannen die in 1922 nog gratis aan het oorspronkelijke monument hadden gewerkt, nam het initiatief om de Spiekmanbank terug te brengen waar hij hoort. Zijn in 1979 begonnen strijd was succesvol en twee jaar later onthulde burgemeester André van der Louw het vrijwel in de oorspronkelijke vorm herbouwde nieuwe Spiekmanmonument. Zelfs ongeveer op de plek waar het ooit had gestaan.

Vijftien jaar later bleek het moderne Spiekmanmonument te verzakken. Daar ging men weer. Het is te danken aan Myrza Axwijk van de deelgemeente Delfshaven dat er uiteindelijk weer een nieuw monument kwam. Het vierde alweer en volgens een uitspraak van de gemeenteraad ‘voorgoed’. Laten we het hopen.

Rehabilitatie van een monument

Het petieterige monumentje dat nu nog aan de Mathenesserdijk staat, is een moedige poging geweest van betrokkenen om te redden wat er nog te redden viel. Het blijft echter een onbegrijpelijke beslissing dat men ooit bedacht heeft de oorspronkelijke Spiekmanbank te slopen. Mensen met hart voor stad en historie zouden hebben geprobeerd om de herinrichting om het bestaande heen te doen. Het gedenkteken en het graf van Spiekman op Crooswijk zijn trouwens ook ten prooi gevallen aan moderne vernielzucht. Daar herinnert echt niets meer aan deze grote Rotterdammer.

Er is misschien een kentering zichtbaar in de barbaarse vernielzucht van de nietsontziende nieuwlichters. Die hoop mogen we hebben als je ziet hoe kosten noch moeiten worden gespaard om de gemetselde sculptuur van Henri Moore aan het Weena in de nieuwbouw in te passen. Maar waakzaamheid blijft geboden.
(Overgenomen uit Meent, jrg 1, nr. 4, december 2012)