Nol Westendorp

Wim Thomassen 1909 - 2001

Wim Thomassen, onderwijzer, jeugdleider, politicus, bestuurder en nog veel meer, vond ik het prototype van een sociaal-democraat. Er bestaat natuurlijk geen prototype, maar in mijn opvatting was hij dat wel. Maar ik geef mijn mening wel voor een betere. Na zijn overlijden, in juni van dit jaar, zijn er in kranten, weekbladen en tijdschriften veel in memoria over hem verschenen. En overeen lang leven in de publieke dienst is altijd wel een eigen invalshoek te vinden. Toen ik - in Frankrijk vertoevende - van zijn overlijden hoorde en nadacht over mijn contacten met Wim Thomassen, viel het mij op, dat die wel veel jaren beslaan, maar ze waren weinig persoonlijk. Omdat ze allemaal met 'politiek' hebben  te maken, is wellicht aardig in mijn herinneringen te duiken.

Ik was in mijn jeugd lid van de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC). Ik herinner mij dat er in de jaren 1935 in de AJC werd gesproken over ene Wim Thomassen, die bezoldigd bestuurder zou worden in Amsterdam bij het hoofdbestuur. Thomassen was toen onderwijzer op een openbare school (de enige in het donkere zuiden) in Hoensbroek. Er was enige scepsis te beluisteren in die mededeling, want Thomassen kwam voort uit de NBAS, de organisatie van abstinent studerenden. In de AJC was geheelonthouding ook een van de principes, maar was zo'n NBAS'er wel zuiver in de leer? Ik heb er naderhand geen klachten over gehoord, dus het zal wel in orde geweest zijn.

Mijn tweede herinnering stamt uit 1938. Een vriend van mij had het plan opgevat Praag te bezoeken. Daar werden feesten gevierd vanwege het 20-jarig bestaan van, wat ik nu maar noem, de Masaryk democratische republiek Tsjecho-Slowakije. Mijn vriend had dat in de krant gelezen en vroeg mij als reisgenoot. Het kwam aardig uit, want ik had dat jaar voor het eerst twee weken vakantie. Maar twee arbeidersjongens - hij rotanmeubelmaker en ik behanger - maakten in die dagen geen buitenlandse reizen. Dat werd een boeiende reis, waarvan ik mij nu nog veel kan herinneren. Wij reisden per trein dwars door nazi-Duitsland. Praag was een bruisende stad. Wij liepen daar rond in ons manchesterpak. Wij werden al vlug aangehouden en een man vroeg ons of wij van de socialistische jeugd waren. Ja, dat klopte. En van dat moment werden wij omarmd door de afdeling Praag van die club. Nu zouden we zeggen: het was te gek. Wij reisden ook nog enkele dagen naar een zomerkamp van die organisatie. Wij liepen nog met een gebroken geweertje op, maar daar werden lessen in schieten gegeven om de Duitse troepen, die toen al aan de grens stonden, tegen te kunnen houden. Ik kon toen ook nog niet bevroeden dat ik minder dan twee jaar verder - als soldaat van het Nederlandse leger in Noord-Frankrijk in Duitse krijgsgevangenschap zou komen.

Wij waren natuurlijk laaiend enthousiast over hetgeen wij meegemaakt hadden. En kennelijk school toen al een journalist in me., want ik schreef over onze ervaringen een artikel voor het AJC-orgaan Het Jonge Volk. Daar was Wim Thomassen redacteur van. Hij plaatste dat artikel niet. Later, toen ik voor de Paasheuvel staande hem daarover een vraag stelde, zei hij, 'Jullie hebben niet alleen op de goede naam van de AJC een goedkope vakantie gehad, maar  je ook aan grote gevaren bloot gesteld. Dat eerste was natuurlijk flauwekul. Maar daar zat wel achter zelf zulke initiatieven te nemen. Het tweede argument sneed meer hout. Wij reisden niet alleen op de heenweg dwars door Duitsland, maar op de terugweg zouden we twee dagen in Berlijn blijven. Dat werd vanwege de shock (op de banken in het park stond toen al dat 'Juden nicht erwuenscht' waren) maar één dag. Maar ik had mijn Rode Valken uniform in mijn rugzak zitten. Bij aanhouding zou dat zeker tot moeilijkheden hebben geleid.

Tijdens de oorlogsjaren heb ik Thomassen een keer van het station begeleid naar een illegale huiskamerbijeenkomst waar hij een spreekbeurt hield. Ik schreef daar al een keer over in het vorige nummer.

De laatste ervaring  - hij had daar helemaal geen weet van stamt uit de jaren zeventig. Hij was burgemeester van Rotterdam en ik directeur Voorlichting  van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM). Er was een koninklijke onderscheiding aangevraagd door de organisatie van journalisten voor mr. A. Stempels, ooit hoofdredacteur van de NRC en voorzitter van de Federatie van Journalisten. Van die functie nam hij op een jaarvergadering in Rotterdam afscheid. Ik kreeg dit verzoek voor medeparaaf langs mij en tekende daarop aan, dat ik als lid van die organisatie graag deze koninklijke onderscheiding wilde uitreiken. Bij mij speelde mee, dat ik vaak op de perstribune van de Tweede Kamer - ik voor Het Parool - naast Stempels had gezeten. Waar hij  - een mooie, goed geklede man -  nogal blasé was. Ik dacht: 'als ik hem die ridderorde opspel, dan haal ik een beetje mijn gram.' Niet fraai, maar waar. Ik vond echter de burgemeester van Rotterdam op mijn weg. Hij wilde per se die ridderorde zelf uitreiken. Het Ministerie had geen bezwaar, ik ook niet. Toen Thomassen het koninklijk besluit voorlas 'dat Hare Majesteit had behaagd, enz. enz. citeerde hij ook, dat bij 'schrijven dezes' en toen zei hij - eens een schoolmeester altijd schoolmeester - dat dat 'bij brief dezes' had moeten zijn.

Wim Thomassen, wel een man uit een stuk.