In Den Bosch is Frans Wijnhoven degene die zich sterk maakt voor een bundeling van de WAOers. Hij is een van de eersten in Nederland die ook landelijk aan de bel trekt als het gaat om de belangen van degenen die in de WAO terecht zijn gekomen.
Onrechtvaardigheid
Frans Wijnhoven: ‘Ik zat in de WAO en kwam op een gegeven moment tot de conclusie dat de WAO weliswaar een werknemerswet is, maar dat mijn belangen als afgekeurde werknemer niet werden gediend. Toen heb ik besloten om me tegen die wet te keren, de uitvoering van die wet te provoceren en te boycotten. Ik had een krantje, Socialisties Zelfbeheer, gekocht en daarin stonden de dingen heel anders dan je normaal in de krant leest en ik nam contact op met de redactie. Redactieleden zijn bij mij komen praten en zo kwam ik in contact met de Beweging voor Arbeiderszelfbeheer. De Beweging voor Arbeiderszelfbestuur Zelfbeheer (BAZ) is in 1972 opgericht als Comité van Revolutionaire Marxisten (CRM), sinds december 1975 BAZ en sinds oktober 1980 Beweging voor Socialisties Zelfbeheer (BSZ).
‘Toen ik met de BAZ in aanraking kwam heeft het me vier jaar gekost van nadenken, combineren en analyseren om me de standpunten eigen te maken. Op een BAZ-vergadering in Utrecht was een meisje dat als vormingswerkster met WSW-werknemers te maken had. Ze vond nogal wat onrechtvaardigheid in die WSW (Wet Sociale Werkvoorziening) en stelde voor vanuit ArbeidersEenheid (een mantelorganisatie onderdeel van de BAZ om het bedrijven- en vakbondswerk te coördineren, opgericht in 1976) een werkgroep WSW op te richten. Ik dacht ‘verdorie ja, dat is een goede zaak’. Maar ik dacht ook ‘een WAOer is een reële kandidaat voor WSW-werk’ en toen heb ik voorgesteld om een werkgroep WAO-WSW op te richten. Daar is toen iedereen mee akkoord gegaan en ben ik hard aan het werk gegaan om op dat punt wat van de grond te krijgen.’ In 1977 werd de Werkgroep opgericht. Met andere leden van de BAZ reist Frans Wijnhoven stad en land af om met vooral opbouwwerkers te praten over de WAO-problematiek. In de beginperiode werden er voor WAOers spreekuren georganiseerd in diverse stationsrestauraties in het gehele land.
Samenwerking
Frans Wijnhoven: ‘Het ontstaan van de Werkgroep WAO-WSW betekende voor mij persoonlijk dat ik door bleef gaan met mijn activiteiten tegen de WAO-uitvoering en tegen het bestaansrecht van de WAO en het verdedigen van dié mensen die van een WAO-uitkering afhankelijk waren. Dat is het dubbele in mijn werk: aan de ene kant kraak ik de WAO en alles wat ermee te maken heeft af, aan de andere kant verdedig ik de positie van de mensen die van die wet afhankelijk geworden zijn’.
Bedoeling van de Werkgroep WAO-WSW was om de WAOers en WSW-werknemers te stimuleren zich te organiseren. En die organisaties op plaatselijk, regionaal en landelijk niveau te laten samenwerken. Frans Wijnhoven: ‘En die opzet is gelukt. Er zijn nu in Nederland zo’n 400 tot 500 plaatselijke WAO-organisaties en al die afzonderlijke groepjes hebben zich verenigd in het Landelijk WAO-beraad. Ik ben ook betrokken geweest bij de oprichting van een regionaal WAO-groepenoverleg hier in Brabant.’
De werkgroep WAO-WSW functioneerde. Frans Wijnhoven verrichtte veel werk met ondersteuning van mensen van ArbeidersEenheid. In 1978 besluit hij om een spreekuur voor WAOers te gaan houden in Den Bosch. ‘Het spreekuur werd gehouden bij het Welzijnsprojekt Oost. Dat had in de krant gestaan. Ik ging daar keurig iedere woensdagmorgen heen en daar zat ik dan, maar er kwam geen hond, er kwam geen enkele WAOer. Maar omdat ik wist dat mensen het berichtje uit de krant geknipt hadden was ik verplicht om daar naar toe te gaan.’ Voor die tijd had Wijnhoven al contacten met het Welzijnsprojekt Oost, omdat ook daar getracht werd een WAO-groep op te richten. ‘Piet Willems was de voortrekker van de WAO-groep, maar hij kapte het landelijke, zelfs plaatselijke gebeuren al heel snel af in een wijkgebeuren wat helemaal tegen mijn visie indruiste.’
Toch wordt Frans Wijnhoven tijdelijk secretaris van de WAO-groep in Den Bosch-oost. Na een lange aanloopperiode begint het spreekuur dan eindelijk te lopen. Reden hiervoor was deels ook de publiciteit in de bladen Socialisties Zelfbeheer (Tweemaandelijkse krant van de BAZ, waarin Frans Wijnhoven veel schreef) en Nieuwe Strijd, maandblad van het Onafhankelijk Verbond van Bedrijfsorganisaties (OVB).
Frans Wijnhoven: ‘Eerst kwam er een mevrouw, de week daarop kwam er weer een mevrouw en nadien begon het storm te lopen. Er kwamen mensen van heinde en verre, uit Rotterdam, uit Heerlen, uit Roermond, zelfs uit een plaatsje in de buurt van Den Helder, maar ook uit Den Bosch en omliggende gemeenten. Het spreekuur was officieel op woensdagmorgen van 10 tot 12, maar ik mocht vaak blij zijn als ik om half zes naar huis toe kon. Het hele Welzijnsprojekt Oost zat vol met wachtende mensen voor mijn spreekuur. De mond-op-mondreclame deed haar werk.’
Patstelling
Om de activiteiten van Frans Wijnhoven, die steeds meer een doorn in het oog werden van de met de WAO belaste uitvoeringsinstanties, te pareren wordt hem na enige tijd een baan aangeboden in WSW-verband om lichte administratieve werkzaamheden te gaan verrichten.
Frans Wijnhoven: ‘Ik liet de BAZ, ArbeidersEenheid, het OVB en de Landelijke Organisatie Bijstand (LOB) weten wat er met mij aan de hand was, dat ik een baan kon krijgen en dat ik waarschijnlijk met de WAO-activiteiten zou moeten stoppen, maar dat ik dat eigenlijk helemaal niet wilde. En dat ik wilde dat die WSW-regeling op m’n eigen vrijwilligersactiviteiten zou worden toegepast.’ Vertegenwoordigers van genoemde organisaties waren aanwezig bij het gesprek dat Wijnhoven heeft met de toenmalige Bossche wethouder Van Beers. In dat gesprek wordt aan Van Beers duidelijk gemaakt dat men de WSW-regeling wilde toepassen op de activiteiten van Wijnhoven. De tegenargumenten van Van Beers waren dat er al een Bureau Raadsman en een Bureau Rechtshulp waren en er voldoende hulpverlening in de stad beschikbaar was. Een landelijke publiciteitscampagne op initiatief van de BAZ en OVB doet een regen van protestbrieven op het Bossche stadhuis binnenkomen. Frans Wijnhoven: ‘Er kwamen bij het gemeentebestuur zoveel brieven overal uit het land vandaan, dat de secretaresse van de wethouder mij opbelde om te vragen wanneer de brievenregen ophield, want zij moest ze allemaal beantwoorden’.
Postzegels
De patstelling wordt uiteindelijk doorbroken wanneer Wijnhoven als WSW-werknemer in dienst wordt genomen door het Stedelijk Sentrum, begin 1976 opgericht. Het Stedelijk Sentrum zou dan fungeren als extern object van de WSW. Frans Wijnhoven: ‘Ik kwam daar in dienst in WSW-verband om mijn WAO-activiteiten voort te zetten. Die strijd met het gemeentebestuur ging niet ongemerkt voorbij. Er is aandacht aan besteed in het Brabants Dagblad onder de kop ‘Op de bres voor WAOers en WSWers’. Op dit artikel werd door een aantal mensen gereageerd en er ontstond een groep. Het spreekuur werd uitgebreid van de woensdagochtenden in oost naar ook op vrijdagmiddag in Het Stedelijk Sentrum en dat liep als een trein. Alleen: het kostte geld. Nou, toen zijn we naar het stadhuis gegaan om subsidie te vragen, dat kregen we niet. Want we waren een te loslopend geheel, we hadden geen structuur, we hadden niks.’
De eerste tijd werd de Werkgroep WAO-WSW Den Bosch gesubsidieerd door het Gruttofonds, een groep die zich aanvankelijk richt op aantasting van de natuur in de Zaanstreek, maar zich later richtte op allerlei maatschappijhervormende activiteiten. Frans Wijnhoven: ‘Maar ja, op een gegeven moment raakte die pot op en het Gruttofonds hield op te bestaan, dus moesten we weer bij de gemeente aankloppen. En zo zijn we een Stichting gaan vormen om een bepaalde rechtspersoonlijkheid te hebben en voor subsidie in aanmerking te kunnen komen zonder onze visie kwijt te kunnen raken. (...) Op een bepaald moment werd het Stedelijk Sentrum geconfronteerd met de bezuinigingen. De subsidies werden verlaagd en dat was voor het Stedelijk Sentrum een reden om ermee op te houden. Net tevoren was de Stichting Werkgroep WAO-WSW opgericht. Van de landelijke WAO-groep uit 1977 had ik een stichting gemaakt en kreeg subsidie van de gemeente. Plaatselijk, maar we waren wel landelijk bezig. De subsidie van de gemeente was zo weinig dat ik de wethouder een brief stuurde waarin ik hem bedankte voor de kleine bijdrage aan de postzegelkosten. De subsidie was zo laag dat wij niet in staat waren om zelfstandig de huur te betalen van het pand waarin het Stedelijk Sentrum gezeten had.’
Uiteindelijk kan samen met de Stichting Tegenlicht, makers van audiovisuele programma’s en opgericht vanuit het Stedelijk Sentrum, het pand toch gehuurd worden.
Bezettingen
Los van de perikelen in Den Bosch blijft de Werkgroep WAO-WSW ook landelijk aan de weg timmeren met soms opzienbarende acties. Met 17 bussen vol WAOers vindt een bezettingsactie plaats van het Gemeenschappelijk Administratiekantoor (GAK) in Amsterdam en na een gesprek met de direct betrokkenen over de WAO-problematiek, waarvan het GAK als bundeling van bedrijfsverenigingen hoofdoorzaak is, wordt in tweede instantie ook het GAK-kantoor in Amstelveen bezet. De deuren worden met kettingen afgesloten en de actie duurt tot 12 uur ‘s nachts. Een soortgelijke actie vindt plaats bij de Detam, de bedrijfsvereniging voor detailhandel en ambachten in Utrecht. Frans Wijnhoven: ‘De heren directieleden moesten overuren maken, want wij gingen niet naar huis. Ze haalden de politie er bij. Dus de politie kwam en die stonden aan onze kant... ze hebben nog getracht te bemiddelen tussen de directie en ons. Maar op een gegeven moment zeiden ze ‘ja jongens, eh, wij moeten onze plicht doen, we moeten jullie eruit zetten’. Toen zijn we er dus uitgegaan.’
Een tweede bezettingsactie bij de Detam had meer resultaat. Binnen de Detam werd een klachtencommissie ingesteld en er werd een andere (volgens Wijnhoven ‘progressiever’) directeur aangesteld.
Teleurgesteld
Naast alle activiteiten op landelijk gebied breidt het spreekuur in Den Bosch zich ook steeds verder uit. Wijnhoven krijgt het voor elkaar dat er nog twee mensen in WSW-verband bij de Stichting in dienst kunnen komen. Intussen is de medehuurder van het pand aan de Hinthamerstraat gestopt en de Stichting krijgt een nieuw onderdak in een gedeelte van wijkgebouw De Schuur aan de Graafseweg. Met een toename van het aantal probleemgevallen in de WAO wordt men gedwongen zich steeds meer te richten op individuele hulpverlening. Tot groot verdriet van Wijnhoven, maar zeker ook van de politieke organisaties die de Werkgroep en daarna de Stichting steunden, gaat dit ten koste van de politieke activiteiten. Frans Wijnhoven: ‘Wat ik met dit werk heb willen bereiken was een bewustwordingsproces van een samenleving; om uiteindelijk te komen tot een maatschappij waarin de mensen vrij zijn om zelf te bepalen waar, waarmee, hoeveel uur en op welke manier ze willen produceren en consumeren. En dat heb ik niet kunnen bereiken. Er is wel bereikt dat mensen die de pech hebben in de WAO terecht te komen meer inspraak hebben gekregen over hun eigen situatie. Hoewel ik de dingen die bereikt zijn wel erg de moeite waard vind om daar mee bezig te zijn geweest ben ik toch een teleurgesteld mens.’
Noodlot
Vanuit buurthuis De Schuur aan de Graafseweg verhuist de Stichting naar een nabijgelegen deel van een leegstaande school aan de Lagelandstraat. In het overige deel wordt VluchtelingenWerk gehuisvest. Maar dan heeft het noodlot reeds toegeslagen. Aan het eind van de jaren 80 openbaren zich bij Frans Wijnhoven de eerste symptomen van keelkanker. Hij moet regelmatig zijn werkzaamheden voor de Stichting onderbreken voor allerlei behandelingen. In het Nijmeegse Radboudziekenhuis wordt hij min of meer als proefkonijn voor chemotherapie gebruikt en zijn fysieke conditie verslechtert met de jaren. Geestelijk blijft hij nog actief, maar moet toch met lede ogen zien dat ‘zijn’ Stichting tussen zijn vingers wegglipt. Uiteindelijk overlijdt hij, na een lijdensweg die veel te lang duurde, op 8 februari 1998.
Van de oorspronkelijke uitgangspunten van de Werkgroep WAO-WSW en de latere Stichting is er dan nog maar bar weinig over. De gemeentelijke subsidie is onmisbaar, en ook subsidies van particuliere fondsen dragen er weliswaar toe bij dat de Stichting over fraai meubilair en computers beschikt, maar alle politiserende activiteiten zijn ondergesneeuwd door de individuele hulpverlening en vooral door het ontbreken de laatste jaren voor zijn overlijden van Frans Wijnhoven als groot inspirator en initiator. Degenen die de strijdbijl van Frans Wijnhoven hadden moeten overnemen waren daartoe niet in staat en hebben zich laten leiden door de dans om de subsidies en de heersende tijdgeest waarin het linkse gedachtengoed door individualisering en kleinburgerlijk pragmatisme tijdelijk buiten de aandacht is komen te liggen.
Bronnen
Dit artikel is een bewerking voor Onvoltooid Verleden van mijn artikel in Kleintje Muurkrant nr. 336, 24 september 1999.
Van Beynum/Van der Plas, ‘Interview met het Landelijk WAO-beraad’, in: Konfrontatie nr. 3, oktober 1991.
W. Fortuyn, Kerncijfers 1945-1983. Deventer 1983.
Ernest Mandel, De krisis 1974-1983. Antwerpen 1983
Bas van der Plas, ‘Frans Wijnhoven, tabee kameraad...’, in: Kleintje Muurkrant nr. 318, 20 februari 1998.
Bas van der Plas, ‘Het grote Frans Wijnhoven-interview’, in: Jaarverslag 1986, Stichting Werkgroep WAO-WSW, ‘s-Hertogenbosch 1987.