Scheidsrechter Steelink in 1974.

Jos van Meeuwen

Nicolaas Steelink, een Nederlands voetballer en activist in de V.S.

Nicolaas Steelink werd geboren in een arm, calvinistisch gezin in Amsterdam in 1890. Als kind was hij gek van voetballen: ‘Op zondag stond ik om 6 uur op, nam de tram tot het eind van de lijn en wandelde drie kwartier naar het veld. Samen met de andere spelers dreven we de koeien eraf, schepten we de vlaaien weg en haalden de kalkkar om de lijnen te trekken. We joegen de kippen uit de schuur, hingen oude vloerkleden op voor het bezoekende team, en zetten bakken water klaar. Tegen die tijd was het 10 uur, en konden we beginnen’.

Als zijn eigen wedstrijd gedaan was, ging Steelink kijken naar de ‘grote’ wedstrijden. Rond de eeuwwisseling deed de klassenstrijd zijn intrede in het voetballen. Tot dan gold het als een elitesport waarin geen plaats was voor jongens uit een arbeidersmilieu als Steelink: ‘Daar komt nog bij dat arme of bijna-arme mensen zich onbewust beledigd voelen door hun situatie. Mijn speelkameraden - en ik ook- haatten de rijkeluiszoontjes’. Na de lagere school moest Steelink aan het werk. Op zijn 18e trad hij in dienst van de Hollandsche Stoomboot Maatschappij en voetbalde hij in het bedrijfsteam dat deelnam aan de Amsterdamsche Kantoorbedienden Voetbalbond.

In 1912 besloot Steelink zijn geluk te beproeven in zijn droomland, de Verenigde Staten van Amerika. Hij kwam terecht in Los Angeles, waar tot zijn grote verbazing toch werd gevoetbald, vooral door Engelsen en Latino’s. Via het voetballen kwam hij in contact met politieke activisten van allerlei pluimage: politieke socialisten, socialistische vakbondsmensen, anarchisten en vrijdenkers. Steelink sloot zich aan bij de Industrial Workers of the World (IWW). Hij werd columnist van het IWW-weekblad The Industrial Worker.

Tijdens de eerste wereldoorlog werden ‘buitenlandse’ (niet-Angelsaksische Europese) politieke radicalen in de V.S. op grote schaal slachtoffer van de ‘Red Scare’ en de zgn. Palmerraids, genoemd naar de toenmalige Minister van Justitie: zij werden vervolgd, opgepakt, veroordeeld of/en gedeporteerd of grond van het federale Spionage Statuut. De vervolging werd georganiseerd door het latere FBI-hoofd J. Edgar Hoover.
 
Toen de oorlog voorbij was, kregen de Amerikaanse staten hun eigen repressieve wetten. In California werd in 1920 de Criminal Syndicalism Act van kracht, op grond waarvan duizenden politieke radicalen, meest buitenlanders werden opgepakt. De bekendste slachtoffers van de repressie waren Sacco en Vanzetti. Ook Steelink werd gearresteerd. Hij werd veroordeeld tot vijf jaar dwangarbeid in de beruchte San Quentingevangenis. In de gevangenis zette hij zich aan het vertalen van het werk van Multatuli in het Engels. Na twee jaar kwam Steelink voorwaardelijk vrij. Hij bleef zich inzetten voor een betere, nieuwe wereld en voor de verspreiding van het voetballen in de V.S. Voor die laatste inspanningen werd hij in 1971 opgenomen in de American Soccer Hall of Fame.

Het McCarthyisme van de jaren vijftig bracht Steelink ertoe om zijn jeugd in Nederland en zijn ervaringen met de repressie in de jaren twintig in de V.S. te boek te stellen onder de titel Yourney in Dreamland. Hij liet zijn mémoires eindigen met zijn veroordeling: ‘Want, toen ik in San Quentin betrad, kwam er een einde aan mijn reis door het land van mijn dromen’. Nicolaas Steelink overleed in 1989 op 99-jarige leeftijd in zijn woonplaats Tucson, Arizona.
Geen enkele uitgever wilde zijn manuscript uitgeven. Het belandde in het archief van het Multatulimuseum, waar het werd ontdekt en aan de vergetelheid ontrukt door Bert van Wakkeren van uitgeverij Baalprodukties. In oktober 1998 verscheen Reis in Droomland, voorzien van een voorwoord van Siebe Thissen en aanvullende informatie over de Wobblies, zoals de leden van de IWW werden genoemd.

N. Steelink, Reis in Droomland. Je was erbij, je dacht erover dus je bent erbij.
Sittard 1998.