Homme Wedman

Domela leeft en beweegt

Ferdinand Domela Nieuwenhuis was bij zijn leven al een legende, vereerd en verguisd als hij werd. Zijn uitvaart in 1919 bleek een ware volksbetoging. Na zijn dood volgde de historische heiligverklaring: Jan en Annie Romein benoemden hem tot Erflater van Onze Beschaving. Zijn schaars wordende volgelingen collecteerden een standbeeld in Amsterdam bij elkaar. Als de slachter van Atjeh, generaal van Heutz, een ereteken kreeg, dan verdiende de apostel der arbeiders er zeker één. Zo redeneerden zijn antimilitaristische geestverwanten in 1931.

Domela Nieuwenhuis kreeg een standbeeld bij de Haarlemmerpoort in Amsterdam.

Bij de onthulling van Domela’s monument, die op een van de vroegste geluidsfilms is opgenomen, botsten mythe en werkelijkheid even. Oudere militanten, die Domela als spreker hadden meegemaakt, waren verbaasd over de heldhaftige pose, die de beeldhouwer Polet aan de vereerde leider had gegeven. De borst vooruit, de rechtervuist hooggeheven; neen dat hadden ze nimmer meegemaakt. Bij het spreken - zo herinnerden ouderen als mijn oerpake Hendrik zich - kwamen soms de handen even omhoog terzijde van de heupen: het pathos van Domela zat in zijn blik, in de trilling van de zachte, maar doordringende stem. En nu stond daar op het Nassauplein ineens een soort standwerker. Het is maar goed, dat mijn overgrootvader en diens generatiegenoten de laatstverschenen biografie van Domela niet hebben hoeven lezen. In zijn Domela, een hemel op aarde uit 1995 (p. 374) schrijft Meyers: ‘Zoals hij daar in Amsterdam op het Nassauplein staat, zo staat hij in de geschiedenis.’

Het komende voorjaar zullen we in staat zijn ons een indringend beeld te vormen van zowel leven als beleving van Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Als alles goed gaat, heropent op de symbolische datum van de eerste mei het Domela-museum zijn poorten in Heerenveen. Het krijgt daar onderdak in het vernieuwde en uitgebreide museum Willem van Haaren, tezamen met een cultureel- en vormingscentrum. Die plaats past uitstekend bij de volksopvoeder, die Domela in de eerste plaats wilde zijn. De locatie is om nog andere redenen treffend. Domela sprak vaak in deze veenstreken, meestal voor een groot publiek. En het was het kiesdistrict Schoterland, dat hem op 20 maart 1888 naar de Tweede Kamer afvaardigde. De latere anarchist was onze eerste sociaal-democratische volksvertegenwoordiger.

Juist in Friesland is de nagedachtenis van Domela bij uitstek blijven leven. Daar hing, en pronkt soms nog,  het portret van de apostel boven de schoorsteenmantel. Een voorbeeld: het café te Nijbeets is enkele jaren geleden van eigenaar verwisseld met de uitdrukkelijke bepaling in de koopakte, dat het portret van Domela ten eeuwige dage boven de toog moet blijven hangen.

In Amsterdam de oorsprong

De verering van ‘Ús Ferlosser’in het Heitelân ten spijt is het Domela-museum in zijn oorsprong een zaak geweest van Ferdinands geboortestad Amsterdam. Al snel na zijn dood in 1919 werd de boekerij ondergebracht in een kantoor van het Nationaal Arbeidssekretariaat. De verzameling was een dag per week opengesteld voor arbeiders, die zich wilden ontwikkelen en zelf geen literatuur konden bekostigen. Het beheer van de bibliotheek berustte bij het Ferdinand Domela Nieuwenhuis-fonds. Dat was in 1914 opgericht, toen de financiële situatie van Domela zodanig verslechterde, dat hij zonder steun van vele minvermogende geestverwanten zijn gebruikelijke gezeten-burgerlijke staat niet meer kon voeren. Het fonds ondersteunde na 1919 de weduwe en zoon Caesar Domela. In 1933, het jaar waarin Bertha Domela Nieuwenhuis-Godthelp stierf, werd de bibliotheek van Ferdinand ondergebracht in de Economisch-Historische Bibliotheek. Via dat kanaal, geleid door prof. Posthumus, belandde de collectie enkele jaren later op het nieuwe Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, het IISG. De betekenis van de collectie verschoof nu van volksopvoeding tot de Nieuwe Maatschappij naar wetenschappelijke conservering van het libertaire erfgoed.

Het Domela-Fonds bleef de tot museum uitgegroeide bibliotheek - naar verminderend vermogen - steunen bij het verwerven van materiaal van en rondom Nieuwenhuis. Zo steunde het Fonds de reizende Domela-tentoonstelling in 1960, die vooral in Friesland veel bekijks vond. Tot 1981 bleef de gereconstrueerde werkkamer van Domela in de opeenvolgende gebouwen van het IISG gehuisvest. Toen dat Instituut verhuisde naar de Kabelweg bleef Domela’s studeerkamer als vanouds te bezichtigen aan de Heerengracht, waar nu de lerarenopleiding ‘De Witte Lelie’ gastvrij onderdak bood. Drie jaar geleden werd het pand verkocht, en raakte het Domela Nieuwenhuis-museum dakloos. De verzameling werd opgeslagen in het IISG, in het voormalige cacaopakhuis aan de Cruquiusweg, nog steeds in Amsterdam. Het zag er somber uit voor Nieuwenhuis’ nagedachtenis, maar dit voorjaar gaat zijn erfenis in talloze dozen naar het Friese ‘Haagje’, naar Heerenveen.

CD-ROM over Domela
Het nieuwe museum belooft meer te worden dan een verzameling stoffige boeken, oude foto’s en het beeldje van de Christus van Thorvaldsen op het bureau van de voormalige apostel der Friesche arbeiders. En de collectie wordt zeker geen heroïsch-verheerlijkend monument als het meer dan realistische standbeeld op het Nassauplein. De beschikbare oppervlakte voor de expositie wordt meer dan verdubbeld, en door de toepassing van de nieuwste multimediatechnieken kan de bezoeker vele dagen ronddwalen in afbeeldingen en teksten, die Domela en zijn tijd toegankelijk maken. Behalve de nagebouwde werkkamer van Domela omvat de expositie een gelagkamer en een vergaderzaal, zoals die er rond 1900 uitzagen. In een dergelijke omgeving trad Domela gedurende zijn veertigjarige loopbaan als propagandist enkele duizenden  malen op.
 
De vergaderzaal zal wisselende exposities kunnen herbergen en biedt een onderkomen  voor bijeenkomsten en de vertoning van film en video voor groepen. In de gelagkamer is in verzonken schermen een Cd-rom over Domela en zijn tijd te raadplegen. Het wordt een elektronische bibliotheek, gevuld  met een overvloedige, maar toegankelijke hoeveelheid materiaal van en over Domela Nieuwenhuis. Dat gaat verder dan alleen een overzicht van zijn werken, zijn beeltenissen in foto en karikatuur en een keuze uit de briefwisseling. Ook beschrijvingen en commentaren van tijdgenoten en van latere historici en inleidende en toelichtende teksten maken deel uit van de Cd-rom, die op termijn ook buiten het museum ter beschikking komt. Speciale aandacht is er voor de zwarte en witte legendevorming rond Domela, zowel tijdens als na zijn leven. Die ‘Mythe van Domela’ is het onderwerp van een documentaire, die in deze dagen gemaakt wordt door Geart de Vries van Omrop Fryslân over de manier, waarop Domela in Friesland voortleeft. Dat bewegende verhaal over Domela zal in Heerenveen te zien zijn, naast andere bewogen documenten waarin de apostel der arbeiders voorkomt. Zo schrijft Hanneke Willemse momenteel een scenario voor een biografische Domela-documentaire.

Vanaf zijn wolk neerkijkend - gezeten naast Pieter Jelles Troelstra en Abraham Kuyper – zou  Domela in 1999 tevreden zijn met al dit moderne gedoe. Zelf reisde hij - heel vooruitstrevend - met toverlantaarnplaatjes rond ter ondersteuning van zijn pleidooi voor de Vrije Samenleving. De omwenteling naar dat Utopia hoopte hij nog bij leven nog mee te mogen maken. De Sociale Revolutie stond immers voor de deur. Bij de propaganda voor die Nieuwe Maatschappij dacht hij aan  het opkomende medium film een zeer belangrijke rol toe. Hij voelde zich zelfs niet te min om als explicateur op te treden in de ‘Roode bioscoop’. Die rode bioscoop van weleer herleeft straks in Heerenveen. Ze zal meer gericht zijn op het verleden en de rol van Domela daarin, dan op de schone droom van de Vrije Maatschappij. Maar juist door de objectiviteit die betracht wordt, zal zijn libertaire pleitrede in het Noorden en in ons hele taalgebied straks als ondertoon door blijven klinken.

De vele tonnen, die het nieuwe Domela-museum kost, zijn bijna bijeen. Net als indertijd voor het standbeeld op het Nassau-plein zijn voor de voltooiing van het eigentijdse monument vooral kleine bijdragen nog steeds welkom: op giro 631678 van het FDN-fonds te Amsterdam.