Ruud Beeldsnijder

Jeanne en Jezus. Twee legendes onder vuur

Charles Vergeers Jezus de Nazarener is een bijzonder interessante figuur. Uit de vier overgeleverde Evangeliën zou men inderdaad de gevolgtrekking kunnen maken dat Jezus uit een familie van prinselijke troonpretendenten voortkwam. Voor de orthodox-christenen was Jezus allang ‘Davids zoon’, alleen, zoals we mogen aannemen, in een overdrachtelijke betekenis.

Men zou ook de vraagstelling verder kunnen doortrekken: Is Jezus de Nazarener werkelijk gekruisigd? Zouden het Romeins bestuur en de Judaeïsche stadhouder de confrontatie hebben aangegaan een kroonpretendent met veel macht ter dood te brengen. Zou men er niet voor hebben gekozen deze kroonpretendent heimelijk te laten ontsnappen? Naar India bijvoorbeeld. Er is overigens toch al eens verondersteld dat Jezus van zijn twintigste tot zijn dertigste jaar in India zou hebben doorgebracht.

De vergelijking met Jeanne d’Arc, nauwelijks veertien eeuwen later ‘terechtgesteld’ op de brandstapel, dringt zich sterk op. Ook de mentaliteit van grote groepen uit de bevolking, verandert in veertien eeuwen niet erg veel. Zowel Jeanne als Jezus hebben grote menigtes rond zich verzameld. De intocht van Jeanne in reims weerspiegelt de intocht van Jezus in Jeruzalem.

Maar mogelijk is ook dat Jeanne d’Arc niet verbrand is. Dat blijkt uit het onderzoek van historici als Gerard Pesme, André Guérin en Jack Palmer White. Zij vinden het volkomen onwaarschijnlijk dat een boerenmeisje zo goed kon paardrijden (paardrijden deden alleen ridders en geen boeren!) en zich met juridische kennis voor het gerecht kon verdedigen. Het ‘boerenmeisje’ uit Domrémy is in werkelijkheid een halfzuster van koning Karel VII van Frankrijk. Er is in 1431 wel een meisje verbrand. Maar er waren ook toen voldoende dievegges en van toverij verdachte meisjes in de ondergrondse kerkers. Jeanne leefde onder schuilnaam Jehanne de la Pucelle de France voort en bleek jaren na haar veroordeling te trouwen met de edelman Robert des Armoises en kinderloos te sterven.

Deze historische conclusies heeft men in Frankrijk - en misschien ook daarbuiten - de auteurs niet in dank afgenomen. Het ter diskussie stellen van van een legende is geen kleinigheid, noch in de eerste, noch in de vijftiende, en noch in de twintigste eeuw. En legendes kunnen niet zonder helden en heldinnen, brandstapels en kruisen.

Bronnen
G. Pesme, Jeanne d’Arc n’a pas été brulée Parijs 1960
A. Guérin, J. Palmer White, Operation Shepherdess London 1961