Dennis Bos

Der Bund 1897 - 1997

In 1897 werd te Vilnius, Litouwen de Algemayner Yiddisher Arbeterbund in Russland, Lite un Poyln opgericht. Tot in de Tweede Wereldoorlog heeft deze beweging van joodse arbeiders uit Oost-Europa een heel eigen rol binnen de internationale socialistische beweging gespeeld.

De ‘Bund’ - zoals zij algemeen bekend werd - was en bleef hecht verbonden met het Jiddischland, het uitgestrekte woongebied van joden in Polen, de Baltische landen, het westen van Rusland en de Oekraïne met haar eigen Jiddische cultuur. Tot aan de Russische Revolutie behoorden al deze gebieden tot het Tsarenrijk. De Bund opereerde in een uiterst complexe wereld waarin de strijd niet alleen met de ‘eigen’ (joodse) uitbuiters moest worden uitgevochten, maar waar bovendien verschillende vormen van nationale onderdrukking van invloed waren. De Bund kreeg te maken met anti-semitisme, maar ook met de strijd van Polen, Oekraïners en Balten tegen de Russische overheersing, met de Russische arbeiders en hun Revolutie, met de tegenstellingen tussen bolsjewieken en mensjewieken in de Russische sociaal-democratie.
 
De Bund was niet alleen sterk verankerd in de specifieke Jiddische cultuur van de joden in hun Oost-Europese shtetl, maar heeft met zijn zelfbewuste pleidooi voor een eigen socialistische arbeidersbeweging, met zijn pers in de eigen taal en met talloze andere culturele strijdvormen een belangrijke bijdrage aan diezelfde cultuur geleverd. Tegelijkertijd was de Bund een vroeg en exemplarisch voorbeeld van een internationale en internationalistische arbeidersbeweging. Dat de bakermat van de beweging in de Tsaristische ‘volkerengevangenis’ lag, was daaraan niet vreemd. Het internationalisme lag al in de naam besloten: Yiddisher Arbeter waren het, maar zowel die in Russland als in Lite un Poyln. In de praktijk was het werkterrein van de Bundisten zelfs nog veel groter. Met de migratiestromen van Oost-Europese joden kwamen activisten en aanhangers van de Bund over de hele wereld terecht. Al in het begin van deze eeuw liet de Bund haar sporen na in de socialistische arbeidersbeweging van de belangrijkste steden van West-Europa en Amerika.

Het principieel internationalisme van de Bund lag ten grondslag aan de voordurende onenigheid met het zionisme, inclusief de socialistische linkervleugel ervan. Dat maakte de positie van de Bund na de Eerste Wereldoorlog niet minder gecompliceerd dan ervoor. De Bund hield vast aan zijn eigen positie en kwam daarmee terecht tussen krachten als zionisme en assimilatie, zoals de Bund ook grote moeite had met de keuze tussen Tweede en Derde Internationale. De laatste wapenfeiten van de Bund markeren tegelijk haar ondergang in de massa-moord op de Europese joden in de Tweede Wereldoorlog. Bundisten waren actief in het verzet in de bezette gebieden van Oost en West-Europa en de Bund leverde een heroïsche bijdrage aan de Ghetto-opstand van Warschau in april 1943.

Ter herinnering aan de oprichting van de Bund, honderd jaar eerder, werd op 30 november 1997 in de Doelenzaal van de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek een conferentie georganiseerd waar een reeks voordrachten werd gehouden. Twee bijdragen van Salvador Bloemgarten en Milo Anstadt, waarin de Bund vanuit een Nederlands perspectief wordt gezien, drukt Onvoltooid Verleden hierbij af. Bloemgarten beschrijft de verschillen en - misschien opmerkelijker - overeenkomsten tussen de joodse arbeidersbeweging van Oost-Europa en de Diamantbewerkersbond in Amsterdam. Anstadt laat aan de hand van herinneringen aan zijn jeugd zien op welke wijze de kleine gemeenschap van Bundisten in vooroorlogs Amsterdam verbonden bleef met de internationale politieke verhoudingen binnen en buiten de (joodse) socialistische beweging.