Marten Buschman

1 Mei te Amsterdam 1998


Arbeiders, ziet ge daar dat goud, die zon,
Die pyramide van geluk. Ziet gij
dienrijkdom, voelt ge niet een ademtocht
van ‘t geluk, waarin gij zoudt kunnen liggen?


Deze prachtige, heldere taal is van Herman Gorter, die ook nog schreef: ‘Het socialisme komt, de wolken jublen het’.

Allemaal uitingen, die op de 1 mei bijeenkomsten in het land, in Nederland vanaf 1890 - als de eerste 1 Mei gevierd wordt - kenmerkend zijn. De tijd van de grote verwachtingen. Op het einde van de vorige eeuw was de algemene idee dat men met het verlaten van de negentiende eeuw een totaal nieuwe aarde zou gaan bevolken. Bij velen leefde dat idee, maar de socialisen waren daar het duidelijkst in. De twintigste eeuw zal de eeuw van het socialisme en de electriciteit zijn, schreef de sociaaldemokraat P.L. Tak.

Hoe is het gekomen dat 1 Mei tot de socialistische feestdag bij uitstek werd. De directe aanleiding was een in bloed gesmoorde demonstratie in de VS in het begin van  mei 1886 in Chicago. Die demonstratie was bedoeld voor korter werken of liever voor een werkdag van maximaal acht uur. Een jaar later besloot de Amerikaanse organisatie AFL (American Federation of Labor) 1 mei 1890 te nemen als streefdatum voor de wettelijk geregelde achturendag.

Het stichtingskongres van de Tweede Socialistische Internationale in 1889 te Parijs besloot deze eerste 1 mei van de amerikanen over te nemen en die te vieren als feestdag, verbroedering en strijd voor korter werken (de achturendag). Aldus was 1 mei 1890 de eerste maal dat over de gehele wereld korter werken, manifestaties en socialistische feesten gevierd werden.

We staan dus hier in een lange traditie en die wordt nog langer als je bedenkt dat 1 mei in feite de komst van de uitbarstende lente herdacht wordt, nee verwelkomd wordt. In dat citaat van Gorter is duidelijk de natuursymboliek te beluisteren. Maar ook de symbolen van de viering en die van het socialisme als de opkomende zon en later ook de meiboom van de AJC (Arbeiders Jeugd Centrale) hebben daar mee te maken. De bladeren komen aan de bomen, de lucht raakt weer vol geur en nieuw leven breekt uit. En die traditie is zo lang in Europa, waar de seizoenen van winterdood en lenteleven een grote rol spelen, dat ie verdwijnt in de nevelen van de geschiedenis.

Maar terug naar Nederland. Het exemplaar van Gorters Verzen van 1903, waar ik net uit geciteerd heb, is ook om een andere reden interessant. Uit de handtekening op de eerste pagina blijkt dat Dave en Emma de gedichtenbundel gegeven hebben aan R. Wijnkoop. Daarmee is ook de identiteit van de gevers bekend. Dave is David Wijnkoop en Emma is zijn vrouw. Zij hebben in december 1903 aan een familielid op dat andere traditionele feest, Sinterklaas, de socialistische gedichten van Gorter cadeau gegeven.
 
David Wijnkoop is zes jaar later in het begin van het jaar 1909 de oprichter en grondlegger van de SDP, de latere CPN. De Sociaal-Demokratische Partij is een afsplitsing van de SDAP. In 1890 was het zo dat alle mensen, die zich op of andere manier socialist noemden of voelden, naar deze eerste 1 Mei viering gegaan waren. De aanwezigen op deze bijeenkomsten in het gehele land voelden zich een in de strijd tegen het kapitalisme. Later - en eigenlijk slechts weinig later: in 1894 was de eerste afsplisting een feit - werd dat door de oprichting van concurrerende organisaties en andere meningsverschillen niet meer mogelijk en wenselijk geacht.
 
De in 1909 opgerichte SDP organiseerde vanaf 1911 eigen Meivieringen, die ongeveer een zelfde karakter bezaten als die van de SDAP. Later kwamen er nog meer loten aan de socialistische stam, die allemaal hun eigen meiviering ‘bezaten’. (SDB, SDAP, NAS, NVV, FNV, SDP, OSP, RSP, RSAP, NSV, anarchisten, PvdA, PSP, CPN, PPR, en GroenLinks).

Wat hield zo’n viering nu in? Meestal was er een optocht door de stad, een bijeenkomst met sprekers over het ideaal en de strijd voor het socialisme, veel liederen werden gezongen (door koren; strijdliederen zouden we nu zeggen), een kinderfeest, declamaties, spandoeken, muziek en tableaux vivants van Albert Hahn. Maar ook sportwedstrijden: te Den Helder in 1933 voetbalden de afdeling SDAP tegen NVV-afdelingen. Het zal U niet verbazen dat de ‘aanvallende’ SDAP met 3-1 won van de ‘verdedigende’ NVV-ers. En in 1934 zagen vele socialisten in het Olympisch Stadion het massaspel ‘Naar den nieuwen tijd’ van de duitser Martin Gleisner. Dat was indezelfde tijd als de roomsen hun massaspelen hielden in hetzelfde stadion.

Als de acht-urendag in de loop van de eeuw ingevoerd wordt (1919) en de communistische stroming sterker wordt, gaan de 1 Meivieringen wel verschillen. Feest tegenover oproep tot sociale revolutie. De affiches vn de CPN in de jaren dertig laten de grote strijdbaarheid zien.

Na de oorlog zien we behalve de goed geregisseerde CPN-manifestaties een nieuw geluid: het socialisme zonder atoombom. De PSPer Schut pleitte op de eerste 1 Mei van de PSP in Utrecht 1957 zelfs een verandering in de doelstellingen van socialisme: aanpassing aan de veranderende omstandigheden: geen klassenstrijd meer. In de jaren 70/80 zien we de verbroedering van de eerste 1 Mei weer opkomen: veel gezamenlijke vieringen, waar allerlei groeperingen ter linkerzijde in wisselende samenstelling aan meededen. En met muziek van Bots met de prachtige regel ‘machines staan de stampen, alweer een auto klaar’.

Wat is nu de actualiteit van de 1 mei viering? In een mooi boek over honderd jaar 1 Mei viering, uitgegeven in 1990, maar kennelijk was de deadline september of oktober 1989, staat in het voorwoord na de prachtige optochten te Moskou genoemd te hebben: ‘hoe de veranderde wereld van 1990 1 Mei viert, zal na het verschijnen van dit boek duidelijk zijn.’ Dat hebben we gemerkt: 1 Mei is na de val van de Berlijnse muur en de vloed van het kapitalistische stroom over het voormalige Sovjet-imperium voorgoed veranderd.

Wat heeft 1 Mei ons nog te zeggen? Niet zo veel meer als honderd jaar geleden, en dat is eigenlijk vreemd want mondiaal gezien zijn de problemen even groot of misschien wel groter. Maar het ideaal van een andere (en vooral geplande) samenleving kunnen we wel vergeten.
 
Wat er blijft is de viering van het lentefeest, een soort culturele feestdag. En natuurlijk het ‘acht uur werken, acht uur rust, acht uur vrij’. Ook de schotten tussen deze drie periodes zijn aan het verdwijnen. Positief gezegd: mensen hebben hun hobby in het werk. Ik merk dat zelf in mijn werk (telematica-projecten in europees verband). Voor het merendeel zijn dat jonge mensen, die het motto ‘acht uur vrij, acht uur rust’ vreemd in de oren zal klinken. Hun sociale leven speelt zich voornamelijk in het werk af. De negatieve zijde is ook aanwezig: stress, burn-out en weinig gezinsleven. Ik denk dat 1 Mei een kans heeft te blijven bestaan als die gericht is op het feestelijke samenzijn en aandacht voor de arbeid (meer rust, kwaliteit en mondiale herverdeling) in al zijn facetten.

Maar goed, om in de sfeer te blijven eindig ik met het al aangestipte vers van Gorter:

Het socialisme komt, de wolken jublen het.
De luchten die ‘s morgens door de straten gaan,
zeggen ‘t de menschen, en de jongens kijken
op, en kronen met hun blikken de tijding.



Toespraak op 1 Mei bijeenkomst van afdeling Amsterdam van Groenlinks.