Marten Buschman

Een speciale dichtbundel voor Henriëtte Roland Holst


Een dramatische stap kan je het wel noemen: de overstap van Henriëtte Roland Holst van het revolutionarisme marxisme naar het religieuze socialisme. Haar dichtbundel Verworvenheden, die in het jaar 1927 uitkwam, heeft een diepe indruk achter gelaten op vele socialisten in Nederland.
De eerste druk verscheen in een oplage van 150 exemplaren te Maastricht en was verzorgd door C. Nypels. Deze oplage was dus snel uitverkocht. En een tweede druk liet op zich wachten. in tegenstelling tot de meeste lezers vond Gorter deze bundel maar niets. Nog geen maand later was hij dood. 'Voor Henriette (...) versterkte Gorters dood het besef dat aan het tijdperk van het revolutionaire socialisme, waar zij beiden zo'n belangrijk stempel op hadden gedrukt, een einde was gekomen', aldus Elsbeth Etty.

Voor één van Roland Holsts lezers en geestverwanten, Bertus van Egten, die niet zo gelukkig was een exemplaar van Verworvenheden te bemachtigen, was het uitblijven van een tweede druk reden om een exemplaar te lenen en de gedichten één voor één op een type-machine uit te tikken. Bertus van Egten was evenals zijn broer Doeke van Egten actief in de links-religieuze beweging. Doeke heeft gedichten gepubliceerd in De Nieuwe Tijd uit 1919 en 1920. Het zijn korte stukken met titels als 'De Optocht', 'Het Wonder' en 'Gedenk de Doden'. Zijn passie voor poezie deelde hij met zijn broer Bertus. Doeke droeg zijn verzen voor op familiebijeenkomsten, overigens niet tot ieders genoegen. Doeke was PTT-ambtenaar en actief in Centrale Bond van de PTT. Bertus was boekhouder en werkte na zijn Amsterdamse tijd op een stoffenfabriek te Bergeyk.

Bertus heeft de verzen van Verworvenheden op dik geschept papier uitgetypt en ingebonden. Met zeer veel zorg, zonder fouten en alles op de juiste plaats ingetikt heeft hij de bladen op fraaie wijze ingebonden. De band is van groen katoen, dat op de rug geheel verbleekt is. Het heeft geen belettering.

Toen echter de tweede druk van Verworvenheden in april 1928 uitkwam, vermeerderd met een vijftal verzen en een spreekkoor De Heeling, in een oplage van 2500 exemplaren heeft Bertus deze waarschijnlijk gekocht. Zijn getypte versie, hoe fraai ook, was overbodig geworden.

In november van dat jaar heeft hij 'zijn' versie aan Henriëtte Roland Holst opgestuurd met de volgende ontroerende brief:

    'Amsterdam, 21 November 1928.

    Waarde Kameraad,

    Met gelijke post zend ik U de exemplaren van 'Neue Wege' die wij via Barmes van U ontvingen, terug, en dank voor de inzage. In 't vervolg zullen wij dit tijdschrift rechtstreeks van den uitgever ontvangen.
    Toen de eerste druk van Uw bundel 'Verworvenheden destijds uitverkocht was, heb ik zelf een exemplaar getypt en gebonden, daar uw gedichten van een onbegrijpelijke waarde voor mij zijn.
    Als een simpel bewijs van erkentelijkheid voor wat U mij en zoovele anderen door uw werk hebt gegeven bied ik U dit door mij verzorgde exemplaar aan, met gevoelens van vriendschap en achting.
    Uw
    Bertus van Egten.'

Dit typoscript is met de gehele bibliotheek van Roland Holst naar het gebouw van de Woodbrookers verhuisd. Elsbeth Etty: 'Op een gegeven moment is de zaal waar die bibliotheek stond afgebroken. Er is toen een bulldozer dwars door die bibliotheek gegaan, letterlijk. De boeken zijn toen voor een groot deel tussen het puin beland. Iedereen die wat van zijn gading vond heeft er nog wat uit gehaald, maar veel moet toen verloren zijn gegaan. Echt een gruwelijk verhaal.'

Maar dit boekje is gered door een onbekende en op een rommelmarkt terecht gekomen. De organisatieadviseur Marius van de Ven heeft het op zo'n markt voor één gulden gekocht. Hij wist dat het uit de bibliotheek van de Woodbrookers kwam. Van de Ven gaf in het studiejaar 1988/1989 op een omscholingscursus lessen over informatievoorziening en organisatieveranderingen aan een aantal om te scholen academici. Allemaal mensen, die zoals ik voor de overheidsorganisatie zouden gaan werken en klaar gestoomd werden om de nodige veranderingen door te voeren. Grootse plannen dus en daarom sprak ik wel eens over de grootse plannen van honderd jaar eerder en ook over Gorter en Roland Holst.

Op een van de laatste dagen, ergens in die mooie lente van 1989, gaf Marius het boekje van Bertus van Egten aan mij ter herinnering. De brief en het document bevinden zich nu in de collectie Nederland, kleine archivalia (nr. 137) van het ISSG.

met dank aan Marius van de Ven en Nico Markus.