Woord vooraf

Dromen over geschiedenis en over hoe het verleden anders had kunnen verlopen is voor mij de inspiratie om te schrijven over de geschiedenis van de eerste vakcentrale in Nederland: het Nationaal Arbeids-Secretariaat. Het onderwerp heeft me gefascineerd omdat rond 1900 de basis is gelegd voor de hoofdstroom van de vakbeweging en eignlijk ook voor de maatschappij, zoals wij die nu kennen. Opgericht in 1893 werd het NAS vanaf 1906 overvleugeld door het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen, al in het jaar van zijn oprichting. Wat zou er gebeurd zijn, als het NVV er niet in geslaagd was het NAS af te troefen?

Het beginpunt van mijn belangstelling ligt in 1974, toen ik me inschreef voor het werkcollege 'Geschiedenis van het Nationaal Arbeids-Secretariaat 1893 - 1907'onder leiding van Johan Frieswijk en Jacques Giele. Het beeld vcan het NAS, dat in 1974 het onderwerp was van bronnenonderzoek, was bepaald door geschiedschrijvers verbonden met het NVV. Terug naar de bronnen was het eerste wat de leden van deze onderzoeksgroep deden. Het resultaat daarvan is onder andere in deze studie neergelegd.

Dank alle leden van de werkgroep Geschiedenis NAS 1893-1907, die in de loop der jaren veel materiaal opgeduikeld hebben. Een verantwoording van de door mij gebruikte werkstukken wordt afgelegd in bijlage IV. Dan voor alles aan Johan Frieswijk en Jacques Giele, die het project in 1974 opgezet en vier jaar lang geleid hebben. Vooral hun enthousiasme voor sociale geschiedenis in al zijn facetten heeft op mij inspirerend gewerkt. Het was in feite niet één bijvak sociaal-economische geschiedenis, maar twee bijvakken Giele en Frieswijk.

Voor hun kritische commentaar ben ik veel verschuldigd aan Ulla Jansz, Hans Koenders en Tineke van Gessel. Veel anderen hebben me op een of andere manier geholpen, velen hebben ook mijn verhalen over het verleden aan moeten horen. Ik hoop dat ze iets van mijn enthousiasme hebben kunnen delen.

Marten Buschman
10 augustus 1993